Gemeentelijke Omgevingsvisie
Elke gemeente moet uiterlijk in 2024 haar Omgevingsvisie hebben vastgesteld. De omgevingsvisie beschrijft het toekomstbeeld voor de gemeente voor de lange termijn, zo’n 20-30 jaar. Het is een strategisch stuk waarin ambities, beleidskeuzes en doelstellingen beschreven staan, gericht op de hele fysieke leefomgeving.
Strategische, integrale visie en lange termijn visie voor fysieke leefomgeving
De omgevingsvisie geeft richting voor alle activiteiten en regels (die in een Omgevinsplan worden uitgewerkt en vastgelegd) van een gemeente binnen de fysieke leefomgeving. De visie gaat in op de samenhang tussen ruimte, water, milieu, natuur, landschap, verkeer en vervoer, energie-infrastructuur, en cultureel erfgoed. De Omgevingsvisie is dus integraal, wat wil zeggen dat alle sectoren die te maken hebben met de fysieke leefomgeving erin samenkomen. Daaronder valt ook het gebruik van natuurlijke hulpbronnen en activiteiten waardoor emissies, hinder of risico’s worden veroorzaakt. Het is de bedoeling dat in de besluitvorming de verschillende belangen van die sectoren (beter) tegen elkaar afgewogen en op elkaar afgestemd worden. De visie maakt duidelijk wat de gemeente zelf doet en wat de verantwoordelijkheid van anderen is.
Elementen van de visie
De omgevingsvisie is vormvrij: de gemeenteraad bepaalt detailniveau, gebieden, sectoren en thema's. De omgevingsvisie moet in elk geval de volgende elementen bevatten:
Een beschrijving van de hoofdlijnen van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving (wat is er en wat is de kwaliteit daarvan);
De hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming en het behoud van het grondgebied (wat gebeurt er/gaat er gebeuren aan ontwikkelingen en instandhouding van het grondgebied);
De hoofdzaken van het voor de fysieke leefomgeving te voeren integrale beleid (wat zijn de na te streven doelen en op welke manier worden die bereikt).
In de omgevingsvisie moet staan hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere bestuursorganen bij de voorbereiding betrokken zijn. En wat de resultaten daarvan zijn. Gemeenten moeten bekend maken als ze een Omgevingsvisie gaan maken, en uitleggen hoe ze inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere belanghebbenden bij de voorbereiding willen betrekken, via participatie.
Procedure
De gemeenteraad stelt een omgevingsvisie vast. Voordat de raad een definitief besluit neemt, kan men nog besluiten een hoorzitting te organiseren, maar dit is niet verplicht. Als er geen hoorzitting is vermeld in de bekendmaking van het besluit, kun je het bestuursorgaan vragen om er een te organiseren. Tijdens de hoorzitting kun je mondelinge zienswijzen indienen. Ook degenen die al een schriftelijke zienswijze hebben gegeven, kunnen op deze zitting het woord voeren.
De omgevingsvisie van gemeente en provincie heeft geen wettelijk vooraf bepaalde looptijd. Nadat de visie is vastgesteld moet er een monitoring programma gaan lopen. Die monitoring moet ook gaan over de waarden van de omgeving die de gemeente wil koesteren en behouden. Als de monitoring laat zien dat het daar niet goed mee gaat, dan heeft de gemeente de verplichting om daar een programma voor te maken of om de omgevingsvisie te herzien. De vraag wat er gemonitord wordt met betrekking tot natuur, landschap en milieu is dus van cruciaal belang en daar kan en moet ook invloed op uitgeoefend worden.
Tegen een (vastgelde) Omgevingsvisie staat geen beroep open. Een omgevingsvisie bindt alleen de gemeente zelf en heeft geen juridische gevolgen.
De Gemeentelijke Omgevingsvisie is de opvolger van de huidige structuurvisie en integreert bestaande deelvisies zoals die voor mobiliteit, wonen, natuur en milieu, en is de kapstok voor Omgevingsplannen.